ZoMoetHet
Deze "ZoMoetHet" is een algemeen geheugensteuntje voor de
uitvoering van (zwembad)oefeningen.
Voor de zwembadproeven van NELOS-duikers verwijzen we graag naar
de gedetailleerde protocollen in de NELOS Infomap.
Er is ook een pagina met interessante
oefeningen/duiktechnieken en eentje
met tips voor (conditie)training in het zwembad.
Alle tips/suggesties/bemerkingen/aanvullingen
zijn meer dan welkom!
APNEA
Apnea betekent letterlijk "zonder lucht". Het komt er dus op neer om
gedurende zekere tijd je adem in te houden (meestal onderwater, maar het
kan uiteraard ook geoefend worden boven water).
Een (lange) apnea moet je voorbereiden door vooraf je longen voldoende te
ventileren (maar NIET te hyperventileren).
Tijdens de apnea stel je je op in de
veiligheidshouding en kijk je steeds naar de
lesgever die het signaal zal geven om de apnea te beëindigen en
te stijgen.
Belangrijk: een apnea doe je nooit alleen, er moet steeds iemand toezicht
houden !
BASISUITRUSTING
De basis- of ABC-uitrusting is wat je minimaal nodig hebt aan
persoonlijk materiaal voor het uitvoeren van de zwembadtrainingen
en -proeven. Dit omvat: duikbril, snorkel (tuba), loodgordel en vinnen.
BEFOS-GREEP
De BEFOS-greep is een reddingsgreep waarbij je je slachtoffer stevig
vasthoudt en toch nog het hoofd in hyperstrekking kan houden en het
mondstuk in de mond van het slachtoffer zekeren.
Je plaats je aan de rechterzijde van het slachtoffer, haaks ten opzichte
van het slachtoffer (afhankelijk van het materiaal en het al dan niet
linkshandig zijn kan dit eventueel ook aan de linkerkant, maar de
rechterzijde wordt verkozen!).
Je linkerarm schuif je onder zijn rechteroksel zodat
zijn rechterarm tegen je buik duwt en je met je linkerelleboog een
"haak" vormt waarin de rechteroksel van het slachtoffer rust (eventueel
kan je als extraatje de rechterarm van het slachtoffer lichtjes achter
zijn rug plooien zodat die arm extra stevig geklemd wordt en zeker
niet in de weg zit).
Met je rechterhand hou je het hoofd van het slachtoffer in hyperstrekking
en hou je zijn mondstuk in zijn mond (let hierbij op dat je het slachtoffer
niet bij de keel grijpt maar wel bij de onderkaak). Je rechterhand moet ook
dienen om je eigen
reddingsvest, en eventueel die van het slachtoffer, te bedienen.
Je stijgt op al palmend, waarbij je de benen lichtjes gespreid houdt
zodat je vinnen aan weerszijde van het slachtoffer kunnen bewegen.
Opm.: In de zwembadsituatie en bij een aantal buitenproeven kan je gebruik
maken van een vaste ondergrond om een stevige afstoot te geven om te
vertrekken. Dit is zeker nuttig en belangrijk bij die proeven waarbij
de trimvest van je slachtoffer leeg is en het jouwe uitgetrimd op diepte.
In een reële situatie vermijd je uiteraard onnodige inspanningen
en onnodig stof-maken en maak je gebruik van de reddingsvest(en) om
gemakkelijker te stijgen.
Opm.: afhankelijk van de situatie, v.b. als je merkt dat je d'er niet
in slaagt om het slachtoffer boven te brengen m.b.v. de trimvest(en) en
palmen, kan het nodig zijn dat je de loodgordel van het slachtoffer afwerpt.
Zorg er in dat geval voor dat je hiermee niet te veel tijd verliest omwille
van de diverse systemen van loodgordel, loodgeïntegreerde systemen,
enz. en zorg er vooral ook goed voor dat die loodgordel vervolgens nergens
blijft haperen aan de uitrusting
van je slachtoffer of van jezelf. Hou er zeker ook rekening mee dat je met
de duikpakken die in onze wateren gebruikt worden soms tot 14kg of meer
lood afwerpt en dat je dan afhankelijk van de diepte heel veel kans maakt
op een veel te snelle en ongecontroleerde stijging met serieuze risico's
voor longoverdruk, maar het is nog altijd beter om een slachtoffer eventueel
te snel boven te brengen dan hem/haar onderwater te moeten achterlaten!!!
BRIL LEDIGEN
Het kan voorvallen dat je onderwater ergens tegen aanstoot met je bril,
of gewoon dat er ergens een klein lek is (v.b. typisch bij mensen met
een snor), zodat je bril geheel of
gedeeltelijk volloopt met water. De bedoeling van de oefening is te leren
hoe je je bril onderwater kan leegblazen.
De oefening begint met het laten vollopen van je bril. Dit doe je door
met 2 handen je bril langs boven een klein beetje van je gelaat te trekken en eventueel
ondertussen je hoofd lichtjes naar voor te kantelen. Je plaatst nadien
je masker gewoon terug op je gelaat
en je kan beginnen met het via de neus leegblazen van je bril.
Je houdt de bril nog steeds met 2 handen opzij vast en duwt, lichtjes,
de bovenste rand van je duikbril naar je gelaat
toe om te vermijden dat je langs de bovenkant onnodig lucht verliest.
Vervolgens kijkt men schuin (45 graden) omhoog en men blaast via
de neus langzaam lucht in het masker. Deze lucht zal vanaf de bovenkant
van het masker het water uit het masker duwen. Eventueel kan men de
onderkant van het masker een beetje (!!!) oplichten om het water
gemakkelijker uit het masker te laten stromen. Stijl en techniek zijn
vrij, maar het masker moet wel helemaal leeg zijn.
Tip: omwille van de waterreflex kan het moeilijk zijn om te beginnen
uit te ademen via de neus als die in contact is met water. Probeer dan
gewoon eens te "zoemen" of neuriën en zo op die manier een
constant klein debiet lucht via de neus uit te ademen. Je kan ook tijdens
het laten vollopen van het masker al een beetje uitademen via de neus om
op die manier te vermijden dat er water in de neus komt.
Tip: in een reële situatie onderwater heb je niet altijd je beide
handen vrij om je masker leeg te blazen. In dat geval kan je, zoals op
de tekening wordt getoond, met 1 hand gewoon op het midden van de bovenste
rand van je masker duwen, schuin naar boven kijken en lichtjes uitademen.
CANARD of EENDENDUIK
Het doel van de eendenduik is met minimale inspanningen (en met minimum
watergespetter...) zo efficiënt mogelijk met het hoofd vooruit
onder water te duiken.
Opm: typisch wordt dit gebruikt in het zwembad en
bij apnea/vrijduiken om zonder gebruik van een trimvest zo gemakkelijk
mogelijk diepte te maken.
Bij flesduiken heeft de eendenduik voornamelijk alleen maar nadelen
en wordt eigenlijk zelden (of liefst niet) gebruikt, om diverse
redenen: het is helemaal niet nodig als je correct uitgelood bent om vlot
onder te geraken en zeker op het begin van de duik heb je ook nog de
extra kilo's lucht
in je nog volle fles zitten die je vlot gewoon verticaal rechtstandig
of eventueel horizontaal op je buik laten zakken, bij een rechtstandige
verticale afdaling kan eventuele lucht in je natpak ook gemakkelijker
weg uit je pak en zak je dus gemakkelijker, en bovendien is zeker
bij mensen met "moeilijke oren" een eendenduik en daling met het hoofd
naar beneden een quasi garantie op klaarproblemen (een van de redenen
is o.a. dat bij een volwassen persoon de Buis van Eustachius schuin
omhoog loopt vanuit de keel/mondholte tot het middenoor en bij een
rechtstandige verticale afdaling geeft dit bij het klaren van de oren
een gemakkelijker/normaler pad voor de lucht), met een eendenduik
vertrekken geeft je ook een bijna-garantie om mekaar reeds kwijt te
zijn eer je goed en wel wat diepte hebt gemaakt. Als je gewoon rechtop
verticaal afdaalt kan je mekaar in het oog blijven houden, en ingeval
van enig probleem is een korte vinslag voldoende om snel terug aan
de oppervlakte te zijn.
Daarom is een verticale
afdaling, met de voeten eerst, te verkiezen bij flesduiken.
Bij de canard vertrek je in horizontale houding aan het oppervlak.
Je plooit je bovenlichaam met een korte en krachtige beweging
verticaal naar beneden (je kan hierbij ook nog extra gebruik maken van
de weerstand van het water door met je vinnen plat horizontaal in
het water als het ware je benen/voeten te proberen naar beneden te
duwen, en het effect hiervan is uiteindelijk dat je bovenlichaam
sneller/gemakkelijker verticaal naar beneden wordt geduwd).
Onmiddellijk nadien strek je je benen verticaal omhoog uit het water
in het verlengde van je bovenlichaam, zonder over te slaan, te
spatten of schuin te gaan. Door het gewicht van je benen word je
volledig en snel onder water geduwd. Je houdt je benen
naast mekaar en gestrekt totdat je volledig onder water bent en begint
dán pas
te palmen, als je dat niet doet krijg je heel veel watergespetter en
rem je je duik af in plaats van te versnellen. Als je de canard goed
uitvoert kom je zelfs zonder te palmen snel en vlot tot op de
bodem (-3m), zelfs zonder lood.
De canard met fles wordt op dezelfde manier uitgevoerd, maar afhankelijk
van het draagsysteem van de fles (i.c. als men met fles+sangels duikt)
houdt men met één hand een draagriem (sangel) van de fles
onderaan de fles achter zich vast om te vermijden dat men de fles/kraan
tijdens de canard tegen het hoofd krijgt.
Van FLES op TUBA overschakelen
Adem nog een keer rustig van de ontspanner, neem de ontspanner uit de mond
en hou die met het mondstuk naar beneden zodat die niet blaast. Vervolgens
neem je de tuba en plaatst die onder het riempje van het masker, steekt
het mondstuk van de tuba in mond, blaast de tuba leeg en begint te ademen.
Terwijl je op tuba zwemt hou je de armen gestrekt voor je en hou je met je
rechterhand de tweede trap vast, met het mondstuk naar beneden gericht
zodat de ontspanner niet bruist.
LENGTE ONDERDOOR
Afhankelijk van de afspraak vertrek je met een sprong
van de kant, een eendenduik, of zak je gewoon tijdens het zwemmen. Je
volgt de bodem op ongeveer 50cm afstand. De armen strek je voor je uit met
de handen samen en je houdt een rustige maar stevige
palmslag aan. Aan de overzijde gekomen draai je je
om en stijgt op terwijl je één arm
naar boven houdt met gebalde vuist, je kijkt naar boven en je houdt
je andere hand op de sluiting van je loodgordel.
Een lengte onderdoor zal je net zoals een apnea
typisch voorbereiden door voldoende maar niet te veel
te ventileren.
LOOD AFLEGGEN / LOODREFLEX
De termen "lood afleggen" en "loodreflex" worden nogal eens
door mekaar gebruikt en dat schept wel eens verwarring...
"loodreflex" op zich verwijst gewoon naar de hand op de gesp van
de loodgordel houden om die in voorkomend noodgeval vlot/onmiddellijk
te kunnen afgooien of afleggen.
OBONSPANFURE / OTRIMSPANFUMAN
OBONSPANFURE (en OTRIMSPANFUMAN in de meer moderne versie)
is een geheugensteuntje om je te helpen alle nodige
controles en acties bij het monteren van de fles in de juiste volgorde
uit te voeren:
Dit omvat O voor de controle van de O-ring. Als die er niet is,
of als die kapot of versleten is, heeft het helemaal geen zin om verder
de ontspanner te monteren.
B en ON verwijzen in het geval van gebruik van draagriemen
dat je eerst de bovenste clips vasthaakt en vervolgens de
onderste. Let
er steeds op dat de riemen correct hangen, d.w.z. dat het einde om de
lengte van riemen aan te passen steeds naar beneden gericht is.
In het geval van een backpack of trimvest ga je in dat geval de fles monteren
op de backpack of trimvest (je hebt dan TRIM ipv BON).
SPAN geeft aan dat je vervolgens de ontspanner monteert, en
hierbij uiteraard uitkijkt of alle middendrukslangen aan de juiste kant
zitten, i.c. ontspanner, eventueel octopus, inflatorslang, enz.
FU geeft aan dat je het functioneren van de ontspanner moet
controleren. Hiervoor moet je uiteraard de fles opendraaien, d.w.z.
volledig opendraaien en op het laatste een kwartslag terug om te
beletten dat je de kraan zou forceren, en vervolgens checken of de
ontspanner vlot ademt. Als je een manometer hebt kijk je op dat moment
ook naar de aflezing van de meter: als je krachtig inademt en je ziet
de druk dalen betekent dit dat de kraan onvoldoende open staat, of dat
de eventueel aanwezige mechanische reserve niet getrokken is, of dat
er een andere defect is in de kraan of ontspanner.
RE tenslotte verwijst naar het omhoog zetten (activeren) van de
mechanische reserve.
Dit vervalt als je een manometer hebt waarmee je voortdurend de resterende
druk in de fles kan controleren (die RE wordt dan MAN van
manometer checken).
Als je een fles hebt mét mechanische reserve én een
manometer gebruik je de manometer om regelmatig je luchtvoorraad (bij het
begin van de duik en uiteraard ook tijdens de duik) te controleren. In
dergelijk geval is strikt genomen de reserve overbodig en schakel je die
uit door de reserve reeds van in het begin te trekken, i.c. omlaag te
plaatsen. Bovendien kan je manometer een foute aflezing geven als je
de reserve niet getrokken hebt.
ONTSPANNER KWIJT
Ontspanner ineens kwijt onderwater? Oeps... geen paniek... die hangt
sowieso vast aan je eerste trap via de middendrukslang en kan dus
niet ver weg zijn. Normaal gezien is je tweede trap vrij zwaar en
die zal dus automatisch naar beneden hangen. Je vindt die het
gemakkelijkst terug door je je op je rechterzij te kantelen en
vervolgens je rechterarm van opzij van je lichaam in een boog naar achter
en dan verder naar boven te bewegen (een beetje zoals de armslag bij crawl)
en zo via een schepbeweging je middendrukslang "op te vissen".
OPBERGEN/OPRUIMEN VAN HET MATERIAAL
Op het einde van de zwembadtraining moet het materiaal netjes "afgebroken"
en opgeruimd worden:
- De flessen worden voorzichtig op de kant gelegd, kraan dicht, lucht
aflaten en ontspanner losmaken.
- Je blaast de eventueel aanwezige afschermdop van de eerste trap van
de ontspanner proper en klemt die op zijn plaats en je legt de
ontspanner in de bak.
- De draagriemen haak je los van de fles en de bovenste clips van iedere
riem haak je in mekaar vast zodat dat stel riemen bij mekaar blijft en
je legt die ook in de bak van de ontspanners.
- De tussenbeenriem van de fles stel je in op de juiste lengte en je haakt
het oog vast in het overeenkomstige haakje aan de bovenste draagogen
van de fles. Je houdt de fles even rechtop en draait heel even de kraan
een beetje open, en direct terug dicht om zoveel mogelijk vocht en
eventueel vuil uit de opening van de kraan te verwijderen om te beletten
dat dit achteraf tijdens het vullen in de fles terechtkomt. Als er op
de fles een afdichtkap voorzien is voor de opening van de kraan blaas
je die met de lucht van de fles ook even droog vooraleer je die op de
kraan zet. Vervolgens leg je de fles plat op de grond (liefst met de
opening van de kraan naar beneden gericht).
- Als je een trimvest gebruikt heb laat je het eventuele water in de vest
weglopen en je legt de trimvest, samengeplooid, in de bak.
PALMTECHNIEK
Je ligt horizontaal op, of in, het water met de armen gestrekt voor je uit.
De handen zijn naast mekaar, de duimen over elkaar gekruist en alle
vingers naast mekaar. Door het kantelen van de polsen heeft men op
die manier de beschikking over een hoogteroer. De benen zijn zoveel
mogelijk gestrekt en gaan langzaam, maar wijd genoeg, als een schaar
alternerend op en neer (de heupen zijn het scharnierpunt).
Bij het palmen aan de oppervlakte probeer je te
vermijden dat bij de opwaartse slag de vinnen boven het water uitkomen
omdat dit onnodig krachtverlies betekent.
Opm.: In open water hou je de armen zoals je het zelf het meest
comfortabel vindt, dus eventueel gewoon naast je of met de handen
gekruist tegen je buik.
PARCOURS TUSSEN 2 FLESSEN
Je gaat te water met een voorwaartse sprong,
en zwemt onderwater, op ongeveer 50cm van de bodem, onmiddellijk door naar
de fles in het ondiep. De laatste meters voor de fles vertraag je om te
vermijden dat je de fles verder duwt. Je opent de kraan, neemt de
ontspanner en begint
te ademen. Op dat moment begint de lesgever 20sec af te tellen door
het tonen van 1 vinger na 5sec, 2 na 10sec, 3 na 15sec. Op dat moment
mag je nog 1 keer ademen, neemt de ontspanner uit de mond,
draait de fles dicht. Je blaast de ontspanner af om te tonen dat de
fles wel degelijk dicht is, legt de ontspanner zachtjes neer en
draait je om (links of rechts naar eigen keuze) om naar de
andere fles te zwemmen. Bij die andere fles herhaalt zich het
scenario van de eerste fles. Na de 4de maal is de oefening ten einde
en wacht je op het signaal van de lesgever om te
stijgen.
ROL ACHTERWAARTS
Deze rol wordt typisch gebruikt om vanaf de lage rand van vb. een
rubberboot te water te gaan. De bedoeling is om achterwaarts op de fles
in het water te komen met de benen samen omhoog gestrekt.
Je zit, in volledige uitrusting, lichtjes voorover gebogen
op de rand van de boot, met de rug naar het water gekeerd. De
benen zijn lichtjes gebogen. Met één hand zeker
je je masker en ontspanner, met de andere hand de fles en/of loshangend
materiaal zoals lamp en console. Je schuift dan net zover naar achter
dat je net niet vanzelf achteruit kantelt. Op het "Go"-teken kantel
je je hoofd/kin tot op de borst en je rolt ontspannen naar achter.
Tijdens de rolbeweging zwaai je je benen mee achterwaarts omhoog,
t.t.z. je behoudt
de L-hoek tussen je bovenlichaam en benen, zodat ze vrijkomen
van de boot en niet achter de rand blijven haperen.
Opm.: deze rol wordt afgeraden om te gebruiken als je van hoger dan
1 meter te water wilt gaan.
RUGVAL MET FLES
Je bevindt je rechtopstaande op de rand, met de hielen net
over de rand en met de rug naar het water gekeerd. Je zekert met 1
hand masker en ontspanner en met de andere hand hou je de fles
vast.
Bij de eerste pogingen leer je gewoon als een plank achterover vallen.
Later wordt dit automatisch verbeterd totdat je benen een rechte hoek
vormen met je bovenlichaam.
Opm.: net zoals bij iedere sprong wordt ook hier in openwater aangeraden de
trimvest lichtjes op te blazen en goed in te ademen zodat je niet ineens te
diep ondergaat.
SLEEPTECHNIEK
Er zijn verschillende sleep/duwtechnieken mogelijk, maar er zijn steevast
enkele zeer belangrijke basiselementen: het slachtoffer bevindt zich
op de rug met de mond en neus steeds boven water, het slachtoffer heeft
geen mondstuk of tuba meer in de mond. Als er niet te veel golfslag is
en je bent zeker van jezelf dat je de neus boven water kan houden is het
ook aan te raden om het masker van het slachtoffer te verwijderen. Je zorgt
er ook voor dat het hoofd van het slachtoffer in hyperstrekking wordt
gehouden om te vermijden dat een slapvallende tong de luchtpijp zou
afsluiten, en indien mogelijk (en het water niet té koud is) wordt
ook de rits van de kap iets opengezet, zodat de ademwegen van het slachtoffer
optimaal vrij zijn voor een onbelemmerde ademhaling. De hyperstrekking
van het hoofd van het slachtoffer helpt mee het slachtoffer in een zo
horizontaal mogelijke houding te brengen (plat op het water) en zorgt
uiteraard ook voor een optimale opening van de stemspleet (glottis). Het
brengt ook automatisch de neus en mond van het slachtoffer op het hoogste
punt. Uiteraard heb je bij een echt noodgeval ook aan de oppervlakte
het lood van het slachtoffer gedumpt om niet onnodig dat gewicht mee
te moeten slepen/duwen, en ook om te helpen het slachtoffer zo goed
mogelijk horizontaal boven water te houden. Als het slachtoffer een
klassieke trimvest heeft heb je niet alleen de trimvest opgeblazen
maar tevens de horizontale riempjes vooraan gelost zodat de trimvest
optimaal open kan staan en zeker de ademhaling van het slachtoffer
niet belemmert, en bovendien helpt een openstaande trimvest om het
slachtoffer optimaal stabiel aan de oppervlakte te houden en zo
weinig mogelijk te laten kantelen.
Je kan als redder je eigen trimvest en die van het slachtoffer gebruiken
maar hou er wel rekening mee dat in open water ingeval van wind of golven
een te veel opgeblazen trimvest mogelijks meer remt dan helpt.
Wat de concrete sleeptechniek betreft zijn er twee veelgebruikte
methoden: deze waarbij ook de redder zich op de rug bevindt en geen
gebruik maakt van ontspanner of tuba, en deze waarbij de redder zich op
de buik bevindt en ademt door ontspanner of tuba:
- redder op de rug (zonder ontspanner of tuba) sleept het slachtoffer:
Bij deze techniek bevindt de redder zich op de rug en laat het slachtoffer
tegen zijn borstkas/buik rusten. Het hoofd van het slachtoffer wordt langs
weerszijde vastgehouden, met de duim en wijsvinger rond de oren en de
andere vingers op de wangen/kaken van het slachtoffer. Let er vooral op
dat je met je vinger niet klemt op de halsstreek van het slachtoffer omdat
je op die manier de carotis (halsslagader) masseert en eventueel zelfs
blokkeert en dit kan leiden tot zuurstofgebrek en bewusteloosheid bij het
slachtoffer. Je palmt met een rustige constante slag, met de
benen wijd gespreid zodat je niet telkens tegen de benen van het
slachtoffer botst. Het voordeel van deze techniek is dat de effectieve
doorsnede van redder+slachtoffer in het water minimaal is zodat de weerstand
van het water het kleinst is en bovendien heb je de beste controle over
het slachtoffer. Je kan je oriënteren door tijdens het slepen
je hoofd naar achter te buigen hetgeen relatief vermoeiend is en het
moeilijker maakt om de juiste richting te houden.
- redder op de buik (met ontspanner of tuba) en in lijn met het
slachtoffer, en duwt het slachtoffer:
Het slachtoffer ligt voor je met het hoofd in de zwemrichting, en
je duwt het slachtoffer door het gewoon bij de vinnen/voeten vast
te pakken, of je kan overwegen de voeten/onderbenen van het slachtoffer
over je schouders te leggen en zo dan te duwen. Dit laatste heeft het
voordeel dat de "sleep" korter is en minder snel van richting zal
afwijken, maar het nadeel is dat je eigen zicht opzij belemmerd wordt
door de benen van het slachtoffer. Uiteraard kan je tussen beide
"grepen" afwisselen tijdens het duwen van het slachtoffer!
Deze techniek heeft als voordeel dat je op een normale manier kan blijven
palmen zodat het wat minder vermoeiend is voor de redder, en dat je je
ook veel vlotter kan blijven oriënteren en vooral ook blijven
kijken naar de kant/boot waar je naar toe zwemt en mogelijke andere
redders op de kant/boot in het oog kan houden en op signalen antwoorden.
- redder(s) op de buik (met ontspanner of tuba) naast het slachtoffer,
duwt het slachtoffer:
Deze techniek heeft als voordeel dat je je ook weer veel vlotter
kan blijven oriënteren en je kan bovendien met 2 redders
tegelijkertijd slepen/duwen, één aan elke kant, en/of
kan één van de redders eventueel al beginnen met een
beademing terwijl de andere sleept.
Het grote nadeel van deze methode is evenwel dat je totale "doorsnede"
in de richting van de beweging groter is dan als je op 1 lijn achter
mekaar zit, en de waterweerstand is dus ook groter en deze methode
van slepen/duwen is maar te verkiezen als er een goeie reden is om
naast mekaar in het water te liggen en dit is vooral bij een
slachtoffer dat ongerust en een beetje in paniek is: het constante
oogcontact tussen slachtoffer en redder en een goeie mogelijkheid tot
observatie door en communicatie met de redder(s) zal helpen om de
paniek van het slachtoffer onder controle te houden!
Als je bij deze techniek zwemt op tuba zet je die liefst aan
de "buitenzijde" omdat dit dan typisch je "hoogste" kant is en ook om
te beletten dat je hiermee het slachtoffer hindert als je opzij kijkt.
Bij het slepen bevindt je eigen schouder en elleboog langs de kant van
het slachtoffer zich onder het slachtoffer en ondersteun je met je hand
het hoofd/nek van het slachtoffer (niet té hoog zodat het hoofd
netjes in hyperstrekking blijft). Met de andere hand hou je de arm van
het slachtoffer die zich aan uw kant bevindt gestrekt langs je "buiten"-
schouder, of eventueel in de richting van je buitenste heup.
Hoe vertrek je best ? Je hangt allebei verticaal in het water, en je
zet je schuin tegenover het slachtoffer zodat beide binnenste schouders
zich tegenover mekaar bevinden. Met je buitenste hand neem je de pols
van het slachtoffer vast en je strekt zijn arm ofwel opzij (horizontaal,
plat op het water) ofwel plaats je zijn hand op je buitenste heup.
Vervolgens steek je je binnenste hand/arm onder de oksel door van het
slachtoffer en ondersteun je met deze hand het hoofd/nek en je begint
te palmen. Doordat je schouder/arm/elleboog zich onder de rug van het
slachtoffer bevindt zal je hiermee het slachtoffer in een horizontale
positie brengen.
STER OEFENEN MET TWEE
Ofwel gebeurt dit rechtopstaande (half-geknield), de twee duikers tegenover
of haaks naast mekaar. Ofwel liggend op de grond.
Eén duiker geeft teken dat hij zonder lucht zit, op dat
moment biedt de andere duiker zijn ontspanner aan. Men ademt uit door
de ontspanner om deze te klaren en ademt vervolgens 1 keer in en geeft
de ontspanner (met het mondstuk naar beneden om het blazen te beletten)
door aan de andere duiker. Die ademt uit om de ontspanner te klaren, ademt
1 keer in en geeft de ontspanner weer door, enz.
Men kan ook rondpalmen terwijl men ontspanner wisselt, en dan heeft
men de oefening "met 2 op 1 fles".
Wanneer men zich naast, of haaks op mekaar, bevindt is het de
duiker rechts die de lucht aanreikt aan het "slachtoffer".
STER MET X
Alle duikers krijgen een volgnummer/orde toegekend en beginnen
tegelijkertijd aan de oefening. Terwijl de andere duikers, op volgorde
in uurwijzerzin, aan het wateroppervlak boven de fles in een cirkel gaan
liggen wachten vertrekt de eerste duiker met een eendenduik naar de fles,
neemt de ontspanner, opent de kraan en ademt. Op het moment dat de bellen
boven komen duiken de andere deelnemers met een eendenduik naar de fles en
leggen zich er, op volgorde, in een kring rond. De fles, en ontspanner,
wordt in uurwijzerzin doorgegeven.
Enkele algemene richtlijnen:
- Houding: men ligt plat op de buik, de armen gekruist met
de ellebogen op de grond, benen lichtjes gespreid en de palmen blijven
steeds op de grond, men kijkt voor zich uit. Eventueel moet men overtollige
lucht uitblazen om op de bodem te blijven. Het bovenlichaam mag eventueel
tijdens het inademen zelf lichtjes drijven.
Men zorgt er ook voor dat eventueel water in de bril uitgeblazen wordt.
- Fles aannemen van de duiker aan je rechterzijde: met de linkerhand neem
je de kop van de fles vast, en met de rechterhand neem je de ontspanner
aan. Je zorgt ervoor dat de fles recht voor u komt te liggen.
Net voordat je de fles aanneemt kan je al wat lucht uitblazen om je
klaar te maken om te ademen, maar hou wel nog voldoende lucht over om
de ontspanner te kunnen klaren. Denk er aan dat indien je niet meer
voldoende lucht over houdt om de ontspanner te klaren je deze steeds nog
kan klaren door even op de knop vooraan te drukken.
- Ademen: men houdt de fles vast met de linkerhand, de
rechterhand heeft de ontspanner vast. Men ademt het laatste restje lucht
uit door de ontspanner om deze te klaren, en ademt vervolgens
éénmaal in.
- Doorgeven: met de rechterhand neemt men de ontspanner uit de mond. De
linkerhand laat de fles los terwijl men met de rechterhand de ontspanner
vasthoudt en met een vinger van de rechterhand de kop van de fles
vastneemt (met de eerste trap omhooggericht) en deze dan naar de duiker
aan de linkerzijde doorgeeft.
- Beëindigen: na een vooraf afgesproken aantal minuten duidt de
lesgever een duiker die de ster moet "afsluiten". Deze duiker zal na een
laatste ademteug te fles dichtdraaien en de ontspanner afblazen om te
controleren of de kraan goed dicht is en vervolgens het stijgteken geven.
Men stijgt tezamen en aan de oppervlakte wisselt men de OK-tekens uit.
STIJGEN
Het stijgen gebeurt steeds traag, max. 10 meter per minuut bij een normale
gecontroleerde stijging en "niet sneller dan de kleinste bellen"
(bij bepaalde zwembadoefeningen en bij vrijduiken in openwater mag dit sneller).
Tijdens het verticaal stijgen kijk je omhoog zonder hierbij je mededuikers
uit het oog te verliezen. Aan de oppervlakte wordt het OK-teken uitgewisseld.
Tijdens de verticale stijging strek je de ene arm met de hand in een vuist
gebald recht naar boven en de andere hand hou je op de gesp van je
loodgordel (loodreflex).
Belangrijk is ook dat je tijdens het stijgen voortdurend lichtjes uitademt
uit om longoverdruk te vermijden ! Opgelet: dit geldt bij ALLE
stijgingen, ook als je over de bodem in het zwembad van het diepe gedeelte
naar het ondiepe zwemt.
STOPSELEN
Bij het stopselen beweegt men zich verticaal in het water voortdurend op en
neer tussen de bodem en de oppervlakte. Het is een oefening die onze
ademhaling tot rust moet brengen en indien men de oefening goed uitvoert
ben je in staat deze quasi eindeloos uit te voeren zonder in ademnood te
geraken.
Tijdens de ganse oefening houdt men de
veiligheidshouding aan: eén arm blijft
steeds verticaal omhoog gericht, met de hand in een vuist, de andere
hand blijft aan de klep van de loodgordel (loodreflex) om die als het
nodig is te kunnen afwerpen. Je mag deze veiligheidshouding alleen maar
even onderbreken om de oren te klaren tijdens het dalen.
Je laat jezelf als een pijl naar de bodem zakken, met gestrekte benen en
met de punten van de palmen samen naar beneden gericht en ademt ondertussen
lichtjes uit. Als men bijna op de bodem is spreidt men de benen tot een
half-geknielde veiligheidshouding en je stoot je onmiddellijk terug af om
traag palmend en rustig uitademend te stijgen naar de oppervlakte. De
laatste palmslag mag iets krachtiger zijn om u ver genoeg uit het water
te brengen zodat het gewicht van je bovenlichaam je terug vlot naar
beneden kan duwen. De longen dienen leeg te zijn als men aan
het oppervlak komt zodat men onmiddellijk éénmaal kan
ademen terwijl men zich opnieuw laat zakken.
STRIPTEASE
Je duikt met je basisuitrusting naar de bodem. Daar zet je je in een stabiele
houding, op het zitvlak of half-geknield, je doet de loodgordel uit en legt
die over een bovenbeen, vervolgens doe je de palmen uit en legt die samen
met je tuba ordelijk op de bodem tussen je benen en je legt er de
loodgordel bovenop, je doet vervolgens de bril uit en stopt die mee onder
de loodgordel. Tenslotte stijg je naar het oppervlakte.
Na 1 minuut pauze, waarbij je voldoende
ventileert ga je
terug te water op een manier die je zelf verkiest (vb. een duik van
de kant, een voorwaartse sprong, een eendenduik, of andere), gaat naar
de bodem en neemt de loodgordel en het masker. Je zet je opnieuw
in stabiele houding, op je zitvlak of half-geknield, op de bodem, je legt de
loodgordel op je dij en zet vervolgens het masker op en blaast dat leeg.
Vervolgens doe je de palmen aan, en je omgordt dan pas de loodgordel!!!
Tenslotte steek je de snorkel op zijn plaats en stijg je
naar de oppervlakte.
STRIPTEASE MET FLES
Je gaat met je volledige uitrusting met een sprong
te water en zakt naar de bodem. Daar zet je je eerst in stabiele houding
halfgeknield of desgevallend op je 2 knieën op de bodem, je doet de
tussenbeenriem los, buigt voorover, je neemt met beide handen je fles vast
en tilt die met een kringbeweging over je hoofd. Je legt de fles voorzichtig
neer op de bodem voor je, je neemt de ontspanner uit de mond, sluit de kraan
en je blaast de ontspanner af om zeker te zijn dat de kraan goed dicht is
en legt de ontspanner voorzichtig op de grond.
Dan doe je, in een stabiele houding en desgevallend zittend,
je loodgordel uit en legt die over de dij(en), en zorgt er uiteraard voor dat
je snorkel niet "wegzwemt", je doet je palmen uit en legt die
ordelijk op de bodem en daar de loodgordel bovenop. Je stopt je snorkel
onder de loodgorden en je doet je bril uit en stopt ook mee onder de
loodgordel. Tenslotte stijg je naar de oppervlakte.
Na 1 min pauze waarbij je voldoende
ventileert duik je opnieuw naar de bodem
met een sprong naar keuze. Je neemt je loodgordel en het masker en je zet
je opnieuw in stabiele houding (desgevallend zittend) en je legt je
loodgordel op de dij(en). Vervolgens zet je je masker op en blaast het leeg.
Dan doe je de palmen aan, je omgordt de loodgordel en je steekt je snorkel
op zijn plaats.
Je zorgt ervoor dat je fles klaar ligt met de pot van je weggekeerd, de
tussenbeenriem naar achter en de draagriemen ontspannen en zijdelings
breed uitgespreid. Je neemt de ontspanner, opent de kraan en ademt van
de ontspanner.
Vervolgens steek je je handen door de draagriemen en zorgt er voor dat deze
achter je ellebogen haken en je tilt de fles over je hoofd en laat die
zakken op je rug terwijl je de draagriemen aantrekt. Indien nodig neem
je de ontspanner even uit de mond om een eventueel gevormde lus in de
middendrukslang weg te draaien. Vervolgens haak je de tussenbeenriem in
de gesp van je loodgordel en je stijgt naar de oppervlakte in
veiligheidshouding.
TEKENS IN EN ROND HET WATER
Ieder duikteken dat getoond wordt in en rond het water is steeds een
vraag of een opmerking en moet steeds gepast beantwoord worden,
onafhankelijk van wie ook het teken gemaakt heeft!
TUBA OP FLES
Aan de oppervlakte neem je de tuba uit de mond en stopt die weg. Dan pas
neem je de ontspanner in de mond en begin je te ademen.
VEILIGHEIDSHOUDING
Het doel van deze houding is dat de lesgever kan zien of je nog goed
bij bewustzijn bent, en dat je zelf in een noodgeval direct je loodgordel
kan afwerpen.
Je zit hierbij typisch in een stabiele houding op de bodem,
geknield op 1 knie en één hand hou je op de klep
van de loodgordel om die desgevallend te kunnen afwerpen. De andere hand
hou je in een vuist gebald omhoog, en rust niet op het hoofd.
Bij de veiligheidshouding mag je uiteraard ook nergens tegenaan leunen.
VENTILEREN (hyperventileren)
Een (lange) apnea bereid je voor door een tijdlang goed te ventileren.
Dat wil zeggen enkele keren goed en diep in- en vooral uit te ademen om voldoende CO2
uit je longen en bloed te verwijderen. Het doel is om nadien tijdens de
apnea de ademreflex langer uit te stellen.
Opgelet: TE lang ventileren (en dus hyperventileren) kan ervoor zorgen dat
de ademreflex veel te lang wordt uitgesteld en kan leiden tot een tekort
aan zuurstof met eventueel een
(zwembad)blackout
tot gevolg en dat moet uiteraard worden vermeden !!!
Mogelijke symptomen van een
te lange hyperventilatie zijn v.b. draaierigheid, tintelingen, flitsende
stippen beginnen te zien, enz. Ventileren doe je maximum 1 minuut en je
vermijdt hyperventilatie.
Je kan je "persoonlijke maximum ventilatietijd" bepalen door eerst eens een keer
gecontroleerd en bewust te gaan hyperventileren en te noteren vanaf wanneer
je de eerste symptomen begint te merken, en die tijd deel je dan door 3 en
dat is je persoonlijke maximum (hyper)ventilatietijd als voorbereiding
voor een apnea-oefening.
VOORWAARTSE ROLSPRONG
Je bevindt je rechtopstaande op de rand van het water, met de vinnen
over de rand en met het gezicht naar het water gekeerd. De knieën
zijn lichtjes gebogen, klaar voor de rol. Buig voorover, hou de kin
tegen de borst, kijk omlaag. Zeker met 1 hand masker en ontspanner en
hou die elleboog tussen je knieën. Met de andere hand zeker je
de fles (als je een backpack of trimvest gebruikt
kan je i.p.v. de fles, loshangende voorwerpen zoals je
lamp en console zekeren). Buig verder voorover totdat je voelt dat je
begint naar voor te vallen en stoot dan lichtjes af, met beide voeten
tegelijkertijd. Blijf tijdens de sprong/val naar voren draaien zodat
je plat op de rug/fles op het water terechtkomt met de benen samen
recht omhoog gestrekt.
Opm.: het wordt afgeraden om deze sprong te gebruiken van hoogtes groter
dan 1 meter.
Opm.: net zoals bij iedere sprong wordt in openwater aangeraden de
trimvest lichtjes op te blazen en goed in te ademen
zodat je niet ineens te diep ondergaat.
VOORWAARTSE SPRONG
Je staat rechtop aan de rand van het water, je kijkt recht voor je uit.
Als je in ABC-uitrusting bent hou je met één hand je masker
vast en de andere hand rust op de klep van de loodgordel. Je ademt goed in
en doet vervolgens met één been een grote
stap voorwaarts en sluit gelijk het andere been aan zodat je verticaal,
met de benen naast mekaar, het water in gaat. Je stapt/springt ver
genoeg van de kant om te beletten dat je met de rug, hoofd of fles
de kant raakt. De vinnen hou je lichtjes opwaarts gericht om te vermijden
dat je kantelt onderwater en ook om te vermijden dat je bij een (te)
lage afstand tot het water met de punten van je vinnen zou blijven haperen
aan het water en voorover struikelen.
Als je op fles en ontspanner bent zeker je met één hand
de bril en ontspanner. Met de andere hand hou je een draagriem vast
onderaan aan de fles en je drukt deze naar beneden (als je een trimvest
hebt met geïntegreerd draagstel hou je die hand op de gesp van
je loodgordel).
Opm.: de voorwaartse sprong kan men gebruiken liefst vanaf een kleine hoogte
boven het water (vb. de bok) en is nog bruikbaar als sprong tot
verschillende meters boven het wateroppervlak.
Opm.: net zoals bij iedere sprong wordt in openwater aangeraden de
trimvest lichtjes op te blazen en goed in te ademen
zodat je niet te diep ondergaat.
ZWEMMEN
Het zwemmen gebeurt in een door duiker gekozen stijl, maar zonder
onderbreking. Er is buiten de duikbril geen andere uitrusting toegelaten.
ZWEMMEN MET 2 OP 1 FLES
Beide duikers bevinden zich naast mekaar en houden mekaar elleboog in
elleboog vast. De duiker met de bij de oefening gebruikte ontspanner
bevindt zich rechts. De ontspanner wordt met de rechterhand aangereikt
en ook aangenomen. Je ademt net voor je de ontspanner aangereikt krijgt
een beetje uit maar je houdt nog voldoende lucht over om in de ontspanner
uit te ademen om die te klaren (desgevallend heb je nog steeds de
waterloosknop vooraan aan de ontspanner om deze op die manier te klaren).
Ieder ademt om beurt slechts éénmaal. Tijdens het zwemmen met
2 op 1 fles zorg je dat je circa 50cm van de bodem blijft. Als je via de
schuine kant van het diep naar het ondiep stijgt vergeet je uiteraard
niet dat je dient uit te ademen.
In de variante van deze oefening waarbij het "slachtoffer" zonder bril
zwemt houdt de helper de ontspanner telkens tegen de borst van het
"slachtoffer" zodat deze voelt wanneer hij/zij de ontspanner krijgt.
Na de ademhaling geeft het "slachtoffer" de ontspanner gewoon met de
rechterhand terug aan de helper.
ZWEMMEN MET 3 OP 1 FLES
De 3 duikers bevinden zich bij deze oefening zij aan zij. Ze
vertrekken tegelijkertijd naar de fles, de middelste duiker neemt met
zijn linkerhand de kop van de fles vast, en richt de fles met de bodem
naar voren. Hij neemt de ontspanner, opent de fles en ademt. De beide
andere duikers plaatsen zich links en rechts opzij van de eerste duiker.
De linker duiker steekt zijn linkerarm door de linker draagriem en houdt
met zijn linkerhand deze draagriem vast tegen de pot van de fles. De
rechter duiker steekt zijn rechterarm door de rechtersangel en houdt met
zijn rechterhand deze vast tegen de pot van de fles.
De beide buitenste duikers helpen op die manier de fles mee dragen en
ze sturen zo ook de fles tijdens het zwemmen over de bodem.
De middelste duiker geeft de ontspanner door aan de linkse duiker, deze
ademt uit om de ontspanner te klaren en ademt één keer en
geeft de ontspanner, met het mondstuk naar beneden gericht, door aan
de duiker rechts, deze ademt, en geeft de ontspanner aan de middelste,
enz.
| Een aantal figuren zijn ontleend
aan het boek: "Het beste duikboek voor beginners" van Ruud Rozendaal
|
|
© 2002, Luc Dupas
|
Last update: Sep 8 22:46
|